Blog

27 september 2024


Sieraad of sluiting?

Jullie weten dat ik graag materialen hergebruik, niet alleen stoffen, maar ook ritsen en knopen. Ik heb dan ook een grote glazen pot met allerhande knopen. Deze zijn afkomstig van versleten kleding of heb ik gekregen. Soms zitten er prachtige of bijzondere exemplaren tussen, echte pareltjes. 


Voor één van mijn laatste projecten, een doorknoopjurk, heb ik prachtige parelmoeren knopen uit mijn voorraadpot kunnen gebruiken. Deze knopen hebben een zachte glans, zijn iets hol en de achterzijde van de knoop is niet egaal, maar heeft onregelmatige groene strepen. 


Terwijl ik ze opnaaide vroeg ik me af hoe deze knopen eigenlijk gemaakt worden. Elke knoop is een beetje anders, zouden ze met de hand gemaakt zijn misschien? Zijn ze heel oud, of worden ze nu nog steeds zo gemaakt? Is deze knoop puur natuur? Kortom tijd voor een speurtocht op het wereldwijde web.


Ik kwam er al snel achter dat vergelijkbare knopen nog volop verkrijgbaar zijn. Ze worden graag gebruikt voor overhemden van luxe merken. Op de website van een Nederlandse knopenleverancier kon ik achterhalen dat de knopen van schelpen worden gemaakt. Na een bezoek aan het zeemuseum Miramar in Vledder heb ik me laten vertellen dat deze knopen gemaakt zijn van de Turboschelp.


Op YouTube vond ik een video van een Japanse knopenfabriek waar het hele procedé van schelp tot knoop wordt getoond. Veel stappen zijn geautomatiseerd, toch is er ook wel wat handwerk vereist. Eerst worden er uit de schelp zoveel mogelijk schijfjes geboord. Daarna wordt in elk schijfje twee of vier gaatjes geboord en vervolgens nog enkele stappen om de knoop te verfraaien. Er komen nauwelijks chemicaliën bij kijken, buitenom wat azijn voor het polijsten. Zo’n knoop is dus echt een natuurproduct. Dit type knoop komt niet alleen voor in de roomwitte parelmoerkleur. Zo worden er bijvoorbeeld ook mooie grijsblauwe knopen van de mosselschelp gemaakt. 


Tijdens mijn zoektocht kwam ik ook nog informatie tegen over de geschiedenis van de knoop. Van schelpen worden al ruim 4000 jaar kopen gemaakt. Maar het grootste deel van de tijd was hun functie om kleding te verfraaien, als een soort sieraad dus. Pas sinds de late middeleeuwen heeft de knoop een nieuwe functie gekregen, het openen en sluiten van kleding met behulp van een knoopsgat. Heel verrassend.


Kortom een parelmoeren knoop is een praktische sluiting voor een kledingstuk, maar tegelijk ook een mooi sieraad. En het fijne is dat ze lang meegaan en mooi blijven, duurzaam dus.


28 oktober 2023


Zakken, waarom niet?

Mannenkleding is vaker voorzien van zakken, dan vrouwenkleding. Het was me al weleens opgevallen, maar ik had er nog niet echt bij stil gestaan. Totdat een klant expliciet naar een jurk met zakken vroeg, want dat is zo lekker handig. 


Een korte zoekactie op het wereldwijde web, leerde mij, dat dit niet iets van de laatste tijd is. In de middeleeuwen droegen zowel mannen als vrouwen losse zakjes aan een riem op of onder de kleding. Vanaf de zeventiende eeuw werden er zakken in mannenkleding genaaid, zodat zij diverse spulletjes direct bij de hand hadden, als ze op pad gingen. Vrouwen bleven vaker bij huis en haar kledingstukken bleven daarom vrijwel zakloos. 


Tegenwoordig zie je wel zakken in vrouwenkleding, maar minder vaak en deze zijn meestal kleiner, waardoor er nauwelijks een portemonnee in past. Of de zakken zijn er alleen voor de sier en onbruikbaar doordat ze zijn dichtgenaaid. We zijn daarom overgeleverd aan de externe zak: een tas.


Als kleermaker hoef ik me natuurlijk niet aan conventies te houden, dus maak ik momenteel in opdracht een kobaltblauwe damesjas met een zee aan zakken. Een binnenzak voor de portemonnaie, een borstzakje voor de mobiel, nog twee opgenaaide zakken met rits en daaronder twee steekzakken voor de koude handen, zie foto's. Een lekker uitdagende klus dus.


Nooit gedacht, dat ik in mijn rol van kleermaker, nog eens een bijdrage zou kunnen leveren aan de emancipatie van de vrouw. Tja, zakken, waarom eigenlijk niet?


21 december 2022


Geduld

Soms is geduld echt een schone zaak. Zeker als je een stof in Nederland wilt laten maken. Hoe dat komt, zal ik in dit blog vertellen en nu met de feestdagen voor de deur, doe ik dat in de vorm van een mythisch verhaal.


Er was eens een wijze jonge vrouw in het oosten van ons land. Zij wilde iets goeds doen voor de wereld. Haar geboortestad, Enschede, had veel leegstaande oude fabrieken. In een grijs verleden werden hier de prachtigste stoffen geweven. Maar de fabrieken konden niet meer concurreren met de landen in het verre oosten. Ze gaven het tenslotte op en sloten hun deuren. Nu stonden ze daar, eenzaam, stil en leeg. Op één na.


De wijze jonge vrouw ging op pad en sprak met veel mensen in haar geboortestad en in de wijde omgeving, over wat haar goede daad zou kunnen zijn. Langzaam ontstond er een plan. ‘Laten we van Enschede weer een textielstad maken’, dacht ze. ‘En dan niet zomaar een textielstad, maar een textielstad die rekening houdt met de aarde en haar grondstoffen.’


Op haar zoektocht vond ze mensen die haar wilden helpen. In de laatste nog werkende fabriek mocht ze een aantal weefgetouwen gebruiken. Een ander bedrijf, dat de kledingcontainers die je langs de weg ziet staan leegt, leverde haar oude versleten kleding, op kleur gesorteerd. Weer een ander bedrijf verhakselde deze kleding tot vezels en spon deze tot garen in alle kleuren van de regenboog, zoals op de foto is te zien. Vervolgens weefde zij hier prachtige nieuwe stoffen van op de weefgetouwen in de fabriek in Enschede.


Toen besloot de wijze jonge vrouw om de mensen in het land over haar goede daad te vertellen. Ze opende een webwinkel en nodigde mensen uit het hele land uit om in haar fabriek te komen kijken. Op vrijdagmiddag, zodra de wevers en de weefgetouwen aan het uitrusten waren en de fabriek in stilte was gehuld, vertelde zij over haar ontdekkingstocht, gaf rondleidingen door de fabriek en liet zij de stoffen aan de mensen zien en voelen. 


De mensen waren enthousiast: ‘Wat een prachtige stoffen heb je gemaakt!’, riepen ze uit. ‘Daar wil ik wel stoelen mee bekleden’, zei de één. ‘Ik wil er mooie kleding van naaien’, zei de ander en zo geschiedde: Enschede werd langzaam weer een textielstad.


Ook mijn klant wilde heel graag een maatpak door mij laten maken van een stof van Enschedetextielstad. We hebben een mooie stof uitgezocht en opdracht gegeven om deze te gaan weven. We moesten wel geduld oefenen, de levertijd werd geschat op twaalf weken. Helaas hoorden we deze week dat we nog wat langer geduld moeten hebben. Tja, dan is geduld echt een schone zaak.



Meer weten? Lees  en kijk op: Enschedetextielstad.



6 september 2022


Streekmarkt

Het was een mooie zomerse avond in juli, die we hadden besteed aan de waterkant met zwemmen en lekker eten. De eerste oproep van een onbekend nummer had ik weggedrukt en thuis aangekomen zag ik dat er nog een keer gebeld was. Ik besloot om toch maar even te horen of het belangrijk was. 


De boerin van de Timpelsteed in Noordoost Friesland aan de lijn of ik misschien tijd en zin had om mee te doen aan de streekmarkt in Kollum aankomend weekend. Er was namelijk een afzegging en ze dacht dat ik er wel mooi tussen zou passen met mijn lokaal gemaakte kleding van duurzame stoffen. Tja, dat klonk goed, maar euh, vier dagen en een hele marktkraam inrichten, dat zou me niet lukken natuurlijk. Maar er was wel een zaadje gepland, ik realiseerde me dat ik het wel een heel leuk idee vond. De volgende dag sprak ik met de organisator van de streekmarkt af, dat ik eind augustus wel deel zou nemen. 


Een zoekactie op Pinterest gaf me al veel informatie en mooie voorbeelden van hoe ik een marktkraam kon inrichten. Tijdens onze kampeervakantie kon ik er verder op broeden. Nadenken over kleuren, mogelijke werkstukken en opstelling. Ik had er echt zin in om dit thuis te gaan voorbereiden. 


Het was nog een flinke klus om alles op tijd voor elkaar te krijgen, maar zaterdag 27 augustus was het zover. Met mijn oudste heb ik ’s ochtends vroeg de auto ingeladen en reden we naar Kollum op weg naar het Bloemenparadyske. Een mooie landelijke omgeving met uiteraard veel bloemen. 


We konden gelijk de kraam gaan inrichten. Op de planken legden we een lichtgrijs tafelkleed. Daarop drie houten standaards met elk een tekening van een kledingstuk. Daarachter twee houten kistjes, op de ene een bos zonnebloemen, op de ander een computerscherm met mooie foto’s uit mijn portfolio. Ik had de helft van de kraam open gelaten voor het tekenen van patronen en ernaast een vintage houder voor patroontekenpapier en pakpapier. Tot slot nog een doos visitekaartjes voor de grijp. Schuin voor de kraam zetten we een houten kledingrek met een overhemd, een rok en een broekrok van een roomkleurig tencel/linnen stof. Al met al was ik heel content met de uitstraling van de kraam, eenvoudig en stijlvol.


Vooraf had ik gedacht dat klanten wel graag een patroon op eigen maat zouden willen kopen, dat bleek helaas niet het geval. Maar gelukkig heb ik me niet verveeld. Er kwamen veel mensen kijken, de kledingstukken bewonderen en bevoelen. Ook waren ze geïnteresseerd in mijn werkwijze en het doosje met visitekaartjes had gretig aftrek. En op een stil moment zat ik even te tekenen, zoals je op de foto hieronder ziet. Kortom, het was een hele belevenis en goed voor mijn naamsbekendheid in de omgeving.


Fotografie: Emma Verbeem


19 april 2022


Hoe maakt u het?

Als kind was ik al een boekenwurm. Op de fiets naar de bibliotheek en dan het maximale aantal boeken lenen, om ze vervolgens binnen drie weken te verslinden. Naast de leuke en spannende, later ook romantische, leesboeken, keek ik steevast bij de creatieve boeken. Om ideeën uit op te doen, om iets te gaan maken, vaak iets van textiel. In zo’n boek staan uitgebreide instructies en foto’s of tekeningen. Eigenlijk heb je ze nu niet meer nodig, nu alles op het wereld-wijde-web te vinden is. Maar toch is het leuk, dus heb ik weer eens een makersboek meegenomen met de welluidende titel ‘Hoe maakt u het?’ 


De wat archaïsche titel zet je wellicht op het verkeerde been, want de schrijfsters Noëlle As en Lea Pauw, zijn pas afgestudeerd aan het Amsterdam Fashion Institute en hebben als motto: “Zelf kleding maken is helemaal the bomb”. In hun prachtig vormgegeven boek geven ze duurzame tips en patronen om zelf kleding te maken. Ze geven voorbeelden van hoe je bestaande kleding kunt vermaken. Ook maken ze gebruik van restpartijen stoffen van modeontwerpers, zogenaamde dead stock. Toen ik het patroon van het zomerhoedje zag staan, heb ik mijn foto-albums bekeken op zoek naar mijn eigen versie van lang geleden.


Deze vakantiekiek is gemaakt in 1998 tijdens een boottochtje. Dit crèmekleurige hoedje heb ik nog steeds en gaat af en toe nog mee op vakantie. Dromerig staar ik over het water. Voordat ik te ver af drijf raad ik je aan: Leen het boek en vergaap je aan al het moois dat de dames hebben gemaakt en klim vervolgens zelf achter de naaimachine of doe mij een verzoek. Ik maak het graag.


6 februari 2022


Uniform

Vrijdagavond zat ik met mijn dochter in de trein naar Amsterdam. Op een gegeven moment hoorde ik achter mij in het gangpad: “Vervoersbewijs alstublieft”. Ik wilde al mijn portemonnee uit mijn jas halen om mijn OV-chipkaart te pakken, toen ik zag dat het een man in een groene jas was, die voorbij liep. “Grappenmaker” dacht ik en ging weer zitten. Direct er achteraan liep nog een man in een zwarte sportieve jas, die vervolgens ook vroeg naar mijn vervoersbewijs. Hij had zo’n scanapparaat in zijn hand, dus overhandigde ik hem mijn OV-chipkaart. Ik vroeg hem vervolgens, waarom ze niet in uniform waren. Het bleek voor de veiligheid van de conducteurs te zijn. Ze ervaren minder agressie van reizigers als ze ‘in burger’ door de trein lopen. Het was een verwarrend moment voor mij. Ik dacht nog “Hoe kan ik nu weten dat je echt conducteur bent?”


Een uniform bij bepaalde beroepen vinden we heel gewoon. Het zorgt voor herkenbaarheid en betrouwbaarheid. Maar de meeste mensen houden van wat meer variatie. Elke dag of elke paar dagen trekken we wat anders aan. Variatie is juist de norm, zou je kunnen zeggen.


Maar stel nu dat je als individu geen zin hebt om steeds andere kleren aan te trekken en je het liefst elke dag hetzelfde draagt, een soort van uniform dus, kan dat dan? Of word je er dan raar op aangekeken? Of er misschien zelfs op aangesproken? 


Kinderen zijn soms scherpe observanten. Een vriendin van mijn jongste dochter vertelde aan de ontbijttafel eens over een jongen in haar klas die altijd dezelfde kleding droeg. Ze vertelde dat de juf hem erop aangesproken had, dat hij ook eens wat anders aan moest trekken. Ik vroeg haar: “Waarom dan? Stonk hij misschien?” “Nee hoor”, zei ze, “hij stonk niet. Ik weet eigenlijk niet waarom mijn juf dat zei.” Best raar, als je bedenkt, dat aan de overkant van het kanaal, in het Verenigd Koninkrijk, veel kinderen in schooluniform naar school gaan. Daar krijg je waarschijnlijk een opmerking van de leerkracht als je iets anders dan je uniform hebt aangetrokken.  

Er is namelijk heel wat te zeggen voor het dragen van een uniform. Als je op een gegeven moment een outfit hebt, waarover je helemaal tevreden bent, qua stijl, kleuren, comfort, kwaliteit etc., waarom zou je dan nog wat anders aan willen. Je schaft een aantal reserve-items aan en dan ben je klaar voor het seizoen. Je klaarmaken voor de dag is dan heel eenvoudig, je trekt je uniform aan en klaar is Klara of Kees. Geen keuzestress meer, je bespaart tijd en het is ook nog eens goed voor je portemonnee en beter voor het milieu.


Mocht je een uniform overwegen, dan waan je je in goed gezelschap. Albert Einstein droeg altijd hetzelfde. Ontwerper Michael Kors draagt altijd hetzelfde uniform, bestaande uit een zwart pak met een casual zwart t-shirt eronder. Apple oprichter Steve Jobs stond bekend om zijn zwarte turtlenecktrui, met jeans. Vrouwelijke rolmodellen met een zelfgekozen uniform kon ik niet echt vinden. Het lijkt erop dat zij zich vaker uniformeren aan het heersende modebeeld.


Daar kan natuurlijk best verandering in komen. Laten we eens een gedachte-experiment doen. Stel je eens voor: Je kiest voor jezelf een uniform, wat zou het dan worden? En hoe zou je je daarin voelen denk je?


28 september 2021


Wassen of niet?

Stel je hebt een capsule garderobe samengesteld, dan is het wel fijn als de kledingstukken lang mee gaan. In dit blog geef ik enkele tips om kledingstukken langer mooi te houden. Deze tips heb ik niet zelf bedacht, maar ik heb ze van mijn moeder, die ze weer van haar moeder heeft gekregen.


Tip 1: Was je kleding zo weinig mogelijk, want door wassen en drogen slijten de vezels en vervaagd de kleur op den duur. Als je trui of jasje niet zo fris ruikt, hang deze dan eens een nacht buiten, onder een afdakje. Door de nachtelijke luchtvochtigheid verdwijnen geurtjes als sneeuw voor de zon.


Tip 2: Heeft je kleding vlekken, was deze dan op een lage temperatuur met weinig wasmiddel en een niet te hoge centrifugeerstand. Droog de kleding bij voorkeur aan de lucht. Bovenkleding droogt mooi op als je deze aan een hanger ophangt. Ik maak wel een uitzondering voor mijn katoenen trui, die wordt lekker zacht in de droger. 


Tip 3: Gebruik een scheutje stijfsel in het wasverzachterbakje. Stijfsel geeft een beschermlaagje rond de vezels, waardoor deze minder snel slijten bij het dragen. Bovendien geeft stijfsel wat stevigheid aan een blouse of broek, het strijkt hierdoor gemakkelijker en je kledingstuk voelt weer als nieuw. Stijfsel kun je kant en klaar in een plasticfles kopen, maar ik koop het als poeder in een doosje en maak het zelf. Ik bewaar de stijfseloplossing in een fles in de koelkast.


Tot zover mijn (groot)moeders tips om kleding langer mooi te houden. Controleer wel altijd het reinigingsvoorschrift in je kleding voordat je deze tips gaat uitproberen. Ik sluit af met een recept voor stijfsel.

Stijfsel, zo maak je het:


  1. Zet een steelpannetje op het fornuis met daarin een halve liter kraanwater, breng het aan de kook.
  2. Doe twee eetlepels stijfselpoeder in een klein kommetje en voeg een beetje koud water toe. Roer tot een papje.
  3. Voeg het papje al roerend toe aan het kokende water.
  4. Laat enkele minuten onder af en toe roeren zachtjes doorkoken.
  5. Laat afkoelen en bewaar het stijfsel in een fles. Ik gebruik hiervoor een trechter. 
  6. Mocht het stijfsel te dik geworden zijn, voeg dan wat extra water toe en schud de fles. Het moet namelijk gemakkelijk uit de fles geschonken kunnen worden.



14 juni 2021


Zomers linnen

Vorig weekend waren mijn man en ik twintig jaar getrouwd. Om dit te vieren zijn we samen met de kinderen een weekend naar Ameland geweest. Ameland is hier om de hoek. We stapten met de fietsen op de boot en drie kwartier later waanden we ons in het buitenland. De Amelandse geel-blauwe vlag wappert aan vele gevels. Voor de gelegenheid had ik mijn zandkleurige linnen palazzobroek, die mijn oudste dochter op de foto showt, en een blauw-wit-gestreept vestje meegenomen, om samen lekker lange wandelingen te maken. In dit blog breng ik daarom een ode aan de stof linnen.


Na een laat ontbijt met verse broodjes, vertrokken A. en ik op de fiets naar het bos bij Nes. De kinderen wilden liever naar het dorp. Het was nog wat bewolkt en voor de zekerheid namen we een regenjas mee. Toen we het bos uitliepen brak de zon door en werd de lucht stralend blauw. We liepen door het natuurgebied richting vuurtoren en het werd al vlug warmer. Ik was erg blij met mijn lange luchtige broek, omdat ik met mijn lichte huid dan niet het risico loop om te verbranden. Mijn wijde linnenbroek is daarnaast zo comfortabel. Hij hangt losjes naar beneden vanaf mijn taille. Het voelt alsof ik niets aanheb, zo licht is de stof. Ook absorbeert linnen gemakkelijk vocht en droogt ook snel, waardoor het met warm weer heel verkoelend is.


Ook voor klimaat en milieu is linnen een goede keuze. “Het is zo helder als glas, puur linnen komt alleen van vlas”, zegt een oud spreekwoord. De zaden ken je wellicht uit de gezonde keuken, we noemen het lijnzaad. Vroeger werd de vlasplant in o.a. Noord-Friesland veel verbouwd, vlakbij ons huis, in Sint Annaparochie, heeft een vlasfabriek gestaan. Veel arbeiders werkten in de vlasteelt of de bewerking ervan. Tegenwoordig is de vlasteelt voorzichtig terug aan het keren. Zo kun je deze zomer bij enkele vlasbedrijven kijken gelegen langs de Vlasroute.


Vlas gedijt goed in ons klimaat. De vlasplant behoeft weinig bestrijdingsmiddelen en water als je dit vergelijkt met de katoenplant. Het is daarom een milieuvriendelijk alternatief. Wil je het toppunt van milieuvriendelijk, dan kun je kiezen voor de natuurlijke kleur linnen, een zandkleur, daar komt geen bleekmiddel of verfstof aan te pas. De linnenvezel is bovendien sterk, een stuk sterker dan de katoenvezel. Een linnen broek zal daarom langer meegaan, duurzaam dus. Als je het kledingstuk uiteindelijk weggooit, dan is het biologisch afbreekbaar.


Als je goed oplet zie je gelukkig steeds vaker kleding van linnen in de winkels hangen. De enige reden die ik kan bedenken waarom linnen minder populair is dan katoen, is dat de stof gemakkelijk kreukt. Je moet een linnen kledingstuk strijken na de was en door het dragen kreukt het ook weer snel. Persoonlijk vind ik het wel lekker nonchalant ogen en is dit helemaal niet erg als je een weekend wandelingen maakt over het strand. 


Wil je op de hoogte blijven van nieuwe blogs?

Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.



6 april 2021


Maatkleding duur?

Een paar jaar geleden gingen mijn man en ik een nieuwe matras uitzoeken bij een beddenspeciaalzaak. Die heerlijk liggende pocketveermatras was toch wel prijzig, verzuchtten wij. De verkoper zei toen: “Welnee, het is juist een koopje! Reken eens uit hoeveel nachten je hier heerlijk op zult slapen. Zo’n matras gaat ongeveer 10 jaar mee, dat is 3650 nachten lekker slapen. Een tweepersoonsmatras van 1000 euro kost je dus maar een kleine dertig cent per nacht". Tja, zo bekeken is een goede nachtrust inderdaad een koopje. 


Hier moest ik aan denken toen iemand mij vroeg wat een op maat gemaakte jas kost en toen ook verzuchtte dat 675 euro een behoorlijk bedrag is. Inderdaad zulke prijzen zijn we tegenwoordig niet meer gewend in de snelle mode-industrie. 


Zoals ik in het blog van 23 oktober 2020 met als titel ‘Op maat gemaakt’ al beschreef zit er nogal wat werk in een op maat gemaakte jas, zoals op de foto hiernaast. Maten opnemen, patroon tekenen, materialen kiezen, pasmodel maken, doorpassen, patroon bijstellen en dan komt pas het werkelijke knippen, naaien en afwerken. Het is een bewerkelijk proces, maar dat garandeert ook een goede pasvorm met hoogwaardige materialen en resulteert in een uniek en duurzaam kledingstuk.


Als je dan gaat uitrekenen wat zo’n jas je per dag kost. Zo’n jas gaat toch zeker vier jaar mee, misschien wel langer. Stel je draagt de jas ongeveer zes maanden per jaar, dat zijn ruim 700 dagen. Voor minder dan een euro per dag draag je dus een jas op maat. 


Er zijn weinig kledingstukken waar je zoveel en zolang plezier van kunt hebben als een fijne jas of een goed zittende broek en zo bekeken is de prijs toch helemaal niet gek.



28 januari 2021


Serendipiteit

Bij toeval ontstond, geheel onverwachts, deze vrolijke pyjamabroek. Een mooi voorbeeld van serendipiteit. Ik vertel  in dit blog wat er aan vooraf ging.


Wil ik goed passende kleding maken, dan is het soms verstandig om eerst een pasmodel te maken van een goedkope stof. Zeker bij kleding die de contouren van het lichaam volgt. Afgelopen week wilde ik een nieuw broekpatroon, dat ik op YouTube had gevonden, eens uitproberen. Eerst tekende ik het patroon op papier en vervolgens knipte ik de patroondelen uit. Ik heb hiervoor een oude dekbedhoes van de kinderen gebruikt, met een hartjespatroon. 


Ik zette de broek in elkaar en paste deze voor de spiegel. Hij was veel te wijd naar mijn smaak, wat een teleurstelling. Vervolgens komt dochterlief haar hoofd om de deur steken en vraagt: “Wat maak je? Wordt het een pyjamabroek? Ooh, zo schattig!"


Inderdaad, het had veel van een pyjamabroek weg. Even de figuurnaadjes eruit gehaald, een tailleband erop gezet met elastiek en de naden netjes afgewerkt en klaar was de pyjamabroek. Toch wel leuk en diezelfde avond ging die aan naar bed.


Heb jij ook nog een  dekbedhoes liggen die zich leent voor een leuke pyjamabroek? Neem dan contact met me op. De eerste drie bestelde broeken maak ik op maat voor een klein prijsje.



6 januari 2021


Pasvorm

“Jou staat ook alles, je bent zo lang en slank”, krijg ik weleens te horen. Natuurlijk streelt dat mijn ego en voel ik me gevleid. Toch is het niet waar. Er zijn genoeg kledingstukken die me niet mooi staan. In dit blog schrijf ik over mijn worsteling om passende kleding voor mezelf te vinden.


De jaren tachtig. Ik ben een in de lucht geschoten puber, met mijn één meter vijfentachtig. De mode was toen op het lijf gesneden van rondborstige types met smalle heupen, zoals Pamela Anderson, die destijds in Baywatch speelde. Als ik zo’n truitje met een laag decolleté aantrok, dan was dat geen gezicht. Ook de broeken flatteerden me niet. Bovendien bestonden lengtematen voor vrouwen nauwelijks, dus alle kleding was te kort. Vaak loste ik dit op door een grotere maat te kiezen, maar dan was de kleding weer veel te wijd. Ik kwam meestal gefrustreerd thuis na een middag winkelen.


Jaren later kwam er een realityshow op televisie. Trinny en Susanah ontvingen dames in een Pop-up store, die hun kleding in een koffer hadden meegebracht. Eerst ging de koffer open en werd de waar gekeurd. Vervolgens ging het tweetal de dames leren hoe zij zich goed kunnen kleden, passend bij hun lichaamsvorm. Ze onderscheidden niet alleen de zandloper, appel- of peervorm, maar ook bijvoorbeeld het ijsje of de cello. Vervolgens werden ze mooi door hen aangekleed. Het programma eindigde uiteraard met een modeshow, waarbij familie en vrienden te gast waren. Deze show leerde mij dat ik met de juiste kleding er ook mooi kan uitzien.

Triny en Susanah zouden mijn lichaamsbouw typeren als peervormig. Een tenger bovenlijf en iets bredere heupen. Het komt erop neer dat broeken met een hoge taille, aansluitend om de heup en iets uitlopende pijpen mij goed staan. Het bovenlijf krijgt bij voorkeur wat volumineuzere kleding, met accent op de schouders en een hooggesloten hals. Hiermee breng je het lichaamsmodel optisch in evenwicht. Je zou wel kunnen zeggen dat de mode van nu erg geschikt is voor peervormige types, met veel hooggesloten, getailleerde modellen.


Om passende kleding voor mezelf te vinden, die ook lang genoeg is, heb ik regelmatig kleding zelf gemaakt. Ik gebruikte dan standaard patronen, die ik vervolgens aanpaste aan mijn maten. Dat is best veel werk. Sinds ik de opleiding tot kleermaker heb gedaan zijn er geen begrenzingen meer. Ik kan elk gewenst model zelf tekenen op maat. 


Ben je ook nieuwsgierig naar je lichaamsvorm? Doe dan de Trinny & Susannah Body Shape Quiz of lees één van hun boeken.


22 november 2020


Outfit formule

“Na het lezen van je blog over de capsule garderobe, heb ik ook mijn kast onder de loep genomen”, zei een goede vriendin. Ook krijg ik weleens de reactie, dat het nog niet eenvoudig is om een matchende capsule garderobe te creëren vanuit je bestaande kledingkast. Daarom schrijf ik dit blog over een eenvoudige bouwsteen voor je capsule garderobe: de Outfit formule. Eerst leg ik je het principe uit, daarna laat ik een praktijkvoorbeeld zien. Mocht je formule-angst hebben, lees gerust door, het wordt niet moeilijk.


Ik las voor het eerst over de Outfit formule in het boek ‘The curated closet’ van Anushka Rees. Het is eigenlijk super simpel. Een outfit formule is een recept voor een specifieke combinatie van items waarvan je verschillende versies kunt dragen. Stel je draagt graag een skinny jeans, met een baggy shirt en een geklede korte blazer erop. Meestal draag je er korte laarsjes onder. De outfit formule luidt dan: Outfit = laarsjes + skinny jeans + shirt + blazer. Vervolgens bedenk je welk van deze items je het vaakst moet wassen. Je wilt waarschijnlijk elke dag een schoon shirt aan en na drie dagen een schone jeans. De blazer was je het liefst niet, maar hang je zo nu en dan een nachtje buiten of breng je naar de stomerij. 


Om veel plezier te hebben van deze outfit formule, heb je dus meer shirts nodig dan jeans bijvoorbeeld. Een geschikte verhouding zou dan zijn: Outfit = laarsjes + 2 skinny jeans + 4 shirts + blazer. Je kunt deze outfit dan in veel variaties dragen. Het is het meest eenvoudig als je de kleuren dan handig kiest, zodat alles bij elkaar past. De jeans, laarsjes en blazer in een neutrale tint die goed past met je haar- en oogkleur en dan kun je vervolgens variëren met gekleurde shirtjes die passen bij je huid- en/of oogkleur. 


Nu dan het praktijkvoorbeeld. Voor mezelf heb ik een outfit formule gemaakt voor de winter zoals je op de foto’s ziet. Dit is de formule: Mijn outfit = lage schoen + 2 bootcut jeans + 4 shirts + kort vest. Een aantal t-shirts en de muts had ik al, de broeken, het vest en één shirt heb ik erbij gemaakt. Met een outfit formule kun je dus op een eenvoudige manier een duurzame garderobe samenstellen van bestaande en nieuwe kleding.


23 oktober 2020


Op maat gemaakt

In dit blog wil ik je vertellen hoe ik te werk ga als kleermaker. Hierbij neem ik de winterjas van Marije als voorbeeld.


Marije vroeg me een winterjas voor haar te maken als aanvulling op haar capsule garderobe. Ze had me een foto gemaild van een jas die ze mooi vindt. We hebben een afspraak gemaakt bij haar thuis. Met een kop kruidenthee in de hand bespraken we haar ideeën. Zoiets als op de foto maar dan net even anders: andere kleur, korter en met houten knopen. Lekker warm gevoerd en met manchetten in de mouwen zodat de jas ook op de fiets aan kan. Vervolgens heb ik haar maten opgenomen.


Thuis heb ik een patroon op haar maten getekend en een pasmodel gemaakt. Een pasmodel is een ongevoerde proefjas van een eenvoudige stof. Ook heb ik stofstaaltjes lekkere warme wol besteld in haar favoriete kleuren.


Bij onze volgende afspraak heeft Marije het pasmodel aangedaan en hebben we gekeken waar de jas nog een beetje aangepast moest worden. Met spelden heb ik de wijzigingen gemarkeerd. Marije koos aan de hand van de stofstaaltjes de olijfgroene wollen stof, die prachtig kleurt bij haar ogen en haren.


Vervolgens heb ik het patroon aangepast. Toen alle materialen binnen waren, kon het ‘echte’ werk beginnen: stoffen knippen, markeren, verstevigen, rijgen, stikken en persen. Strookzakken naaien (een nauwkeurig werkje) en daarna de voering en de manchetten inzetten. De schouders en mouwkop heb ik verstevigd met een schoudervulling en een snorretje. Een snorretje is een snorvormig lapje vilt dat er voor zorgt dat de mouwkop mooi bol blijft staan. Tot slot heb ik de knoopsgaten gestikt en de knopen opgenaaid.

Een feestelijk moment is het als de jas voor het eerst aangepast wordt en deze naar wens is. Dan ben ik helemaal blij en stiekem ook een beetje opgelucht.


Omdat Marije een plekje in mijn portfolio wilde, hebben we in het park afgesproken om foto’s te maken. Het eindresultaat zie je hiernaast en meer foto’s vind je in mijn portfolio.


Een winterjas op maat maken is een proces, waarbij een goede voorbereiding zeker het halve werk is. Ik vind het mooi werk en ik hoop voor Marije dat we een lange, koude winter gaan krijgen.


6 augustus 2020



Lyocell

Laat me een nieuwe vezel aan je voorstellen: Lyocell. Ook wel bekend onder de merknaam Tencel. Stof gemaakt van de lyocellvezel heeft een mooie glans, voelt zacht en glad aan en is geschikt voor een gevoelige huid. Doordat de vezel veel vocht kan absorberen, blijft het bij warm weer ook fris aanvoelen. Daarnaast kreukt het niet snel. Bovendien is de stof sterker dan bijvoorbeeld katoen en gaat daardoor langer mee. Klinkt goed niet? En als klap op de vuurpijl is het ook nog eens een milieuvriendelijk product. 



Veel kledingmerken hebben stoffen van lyocell al omarmt, zo zag ik laatst een korte broek gemaakt van 100% lyocell bij de Hema in het rek hangen. Naast broeken, worden er ook vaak t-shirts, tunieken, sport- en spijkerkleding en ook beddengoed van gemaakt.



Het Oostenrijkse bedrijf Lenzing AG is één van de grootste producenten van lyocell, maar oorspronkelijk is de vezel in 1972 in de VS ontwikkeld. Houtpulp, van met name de eucalyptusboom, wordt in de fabriek in krap drie uur verwerkt tot garen. De hulpmiddelen bij dit proces, zoals chemicaliën en water worden voor 99% hergebruikt. Hierdoor wordt dus heel weinig afval gegenereerd. Ook is er voor de productie van het hout minder pesticiden en water nodig in vergelijking tot de katoenproductie. Lenzing maakt hierbij alleen gebruik van duurzame houtplantages.



Tot zover de voordelen. Eén nadeel is de hogere aanschafprijs van de stof. Stel ik koop lyocellstof voor een blouse, dan is de stof bijna twee keer de prijs van een vergelijkbare stof gemaakt van organische katoen.



Een tweede nadeel is dat je een kledingstuk van lyocell voorzichtig moet wassen en drogen, omdat de stof in natte toestand maar half zo sterk is en dan kapot zou kunnen gaan. Er wordt geadviseerd op lage temperatuur te wassen, met een mild wasmiddel en op een laag toerental te centrifugeren. Als je een handwas doet, mag je de stof niet stevig uitwringen. Je kunt het kledingstuk vervolgens aan een hanger laten drogen, strijken mag. Of je doet het samen met een badhanddoek in de droger op een lage temperatuur, de stof wordt dan weer heerlijk zacht. Let op: controleer voor het wassen altijd het waslabel van je kledingstuk.



Maar ik zou me hierdoor niet laten tegenhouden als je Lyocell (Tencel) nog niet kent, maak zelf eens kennis met deze duurzame nieuwkomer. Wil je kledingstukken van Lyocell eens bekijken? Neem dan een kijkje bij Projectcece, een verzamelplek van ruim 150 eerlijke winkels.


1 mei 2020

Tijdloos met kleur
Zoals je kunt lezen in het blog, van 19 mei vorig jaar, heb ik een capsulegarderobe voor mijn dochter gemaakt. Nu wil ik er ook één voor mezelf maken, een tijdloze garderobe waar ik me prettig in voel en die me goed staat.
Omdat ik vaak uitkom bij blauw- en groentinten, was ik eigenlijk wel nieuwsgierig naar welke kleuren mij nog meer goed staan. Daarom heb ik een professionele kleuranalyse laten maken. Op 31 maart had ik een afspraak bij kleurconsulent Lida Thiry staan, helaas kon deze afspraak door de coronamaatregelen niet doorgaan. Gelukkig kwam Lida met een alternatieve aanpak. Ik kon een serie portretfoto’s van mezelf naar haar opsturen en mocht tien vragen beantwoorden, zoals: Welke haarkleur had je als kind? Het maken van de foto’s was geen sinecure, ik moest buiten in het ochtendlicht close-up-foto’s maken van een make-up-vrij gezicht. Dat was best wel even confronterend kan ik je zeggen.

Binnen een week kreeg ik een kleurrapport en een kleurkaartje, zie afbeelding, toegestuurd. Lida concludeerde dat ik het kleurtype ‘licht-koel’ heb, dat betekent dat ik naast blauwe en groene tinten ook roze, paars en zelfs koele pastelkleuren kan hebben. Mijn neutralen mogen bij voorkeur niet te donker zijn, juist grijsblauwetinten en taupe kan ik goed gebruiken voor basisstukken. Ook las ik in het kleurrapport dat een laag contrast mij het beste staat. Zwart-wit kan ik dus beter vermijden.
Het kleurkaartje is heel handig in gebruik. Ik leg het op een een kledingstuk of stof om te zien of de kleuren geschikt zijn voor mij. Zo passen de kleuren van mijn jurk, die ik draag op de opleidingspagina, goed bij de kleurkaart.

Deze kennis ga ik nu gebruiken voor het samenstellen van mijn capsule garderobe. Zo heb ik al een grijze korte broek gemaakt van een restpartij stof en ga ik nu een crèmekleurige broek maken van een prachtige kwaliteit linnen. Deze broek zal bijvoorbeeld prachtig staan bij mijn lavendelkleurige top en blauwgestreepte jasje. 

Kortom, ik ga in deze capsulegarderobe voor tijdloze basisstukken van duurzame materialen. Ben je ook op zoek naar bijvoorbeeld een tijdloze broek of jasje in een bepaalde kleur? Bel of mail me gerust.

Meer informatie over kleuradvies: Lida Thiry.

23 februari 2020

Broek wordt rok
Je kent het wel: je favoriete spijkerbroek is versleten, het mooie is er af. Slijtage zie je vaak op dezelfde plekken: bijvoorbeeld een scheur in het zitvlak of rafels aan de broekspijpen. De rest van de broek kan dan nog best goed zijn en is daarom geschikt voor hergebruik.

Op Pinterest kun je veel ideeën opdoen voor hergebruik van versleten spijkerkleding. Er worden bijvoorbeeld mooie geometrische kussenhoezen en tassen van gemaakt. Of spijkerjassen en rokken. Ian Berry, denimartiest, maakt er realistische kunstwerken van, hij schildert als het ware met stukjes stof. Onderaan deze blog vind je een link naar zijn website.

Ik begin maar eens met een eenvoudig project. Zo heb ik afgelopen week twee lichtblauwe jeans vermaakt tot een rok. De nog mooie stofdelen, de broekspijpen, heb ik eraf geknipt en de buitenbeennaden losgetornd. De stiksels van de binnenbeennaden heb ik intact gelaten omdat deze er zo mooi uitzien. Vervolgens heb ik een patroon op maat getekend, de patroondelen op de broekspijpen gelegd en deze uitgeknipt. De vier stroken heb ik aan elkaar gestikt en vervolgens een rits in de achternaad gezet. Daarna heb ik de taille en onderrand afgewerkt en lusjes voor de tailleband vast genaaid. Voor de tailleband had ik helaas geen lange strook stof meer over en heb ik korte stukken spijkerstof aan elkaar genaaid tot een lange strook. Dit geeft wel een leuk speels effect.

Kortom, denim is een veelzijdig materiaal dat heel geschikt is voor een tweede leven. Deze denimrok hangt alvast klaar voor een mooie lentedag!


18 december 2019

Te groot geworden
Wat doe je met je kleding als je in korte tijd veel gewicht verliest? Verkopen, weggeven of weggooien? Dat kan soms met pijn in het hart gaan, zeker als je emotionele waarde hecht aan een kledingstuk, dat je bij een bijzondere gelegenheid droeg. Of als je geen afscheid wilt nemen van die ene jurk, met het mooie motief of de kleur die je zo prachtig staat. 

Vermaken van te groot geworden kleding kan een goede alternatief zijn. Zo kreeg ik onlangs een verzoek van Ella: “Ik ben flink afgevallen, wil je langskomen en kijken welke kleding te vermaken is?” Dat was een mooie klus. Na een kop koffie bij Ella thuis zijn we aan de slag gegaan. Ze had de kleding al in de woonkamer klaar hangen, het waren voornamelijk jurken en tunieken. Elk item trok ze aan en dan keken we samen, voor de spiegel, wat de mogelijkheden waren. Vervolgens ging ik de jurken afspelden, notities maken en haar maten opnemen. 

Met een tas vol jurken ging ik weer naar huis. Op de foto’s zie je een deel van het uiteindelijke resultaat. Van één jurk heb ik bijvoorbeeld een rok gemaakt, door van de stof van het bovenlijf een tailleband te maken. Van de grijze jurk, die eerst een ballonrok had, heb ik een A-lijnjurk gecreëerd. Deze jurk was nog vrijwel nieuw en van het prachtige en duurzame materiaal Tencel gemaakt, waarover in een latere blog meer. De tuniek met bloemetjes en de wit-groene jurk heb ik overal wat ingenomen: hals, mouwen en zijnaden en tot slot de tailleband verhoogd, zodat deze mooi in de taille valt. 

Bijna twee jaar geleden weet ik nog dat ik tegen mijn schoonzus zei: “Ik wil geen kleding vermaken, maar vooral zelf ontwerpen en creëeren”. Maar met het oog op een circulaire kledingindustrie* is vermaken van bestaande kleding juist een duurzame optie. Bovendien heb ik gemerkt dat kleding vermaken ook een heel creatief proces kan zijn. 


*Wil je meer lezen over de circulaire kledingindustrie in Europa? Lees dan: Textiles in Europe's circular economy, een recent uitgevoerd onderzoek door het European Environment Agency.


19 september 2019

Hennep, terug van weggeweest
Hennep, dat is toch de cannabisplant, van hasj of wiet? Dat is voor velen de associatie, maar het is niet het hele verhaal. 

De vezelhennep wordt door biologen Cannabis sativa genoemd. Ze is nauw verwant aan de Cannabis indica, waarvan de bloemen rijk zijn aan het stimulerende middel THC, bekend van hasj. De Cannabis sativa daarentegen bevat nauwelijks THC. De Cannabis sativa wordt veel groter en is minder vertakt dan de Cannabis indica

Honderden jaren werd er in Nederland volop vezelhennep geteeld. De plant werd voor van alles en nog wat gebruikt, zoals voor het maken van touwen, zeilen voor schepen en ook stof voor kleding of schildersdoeken. De zaden zijn heel voedzaam voor mens en dier. Vrijwel elk onderdeel van de plant werd benut.

De Cannabis sativa bevat lange bastvezels die geschikt zijn voor het maken van stoffen. Het is bovendien een heel sterke vezel, ze gaat lang mee. De eerste spijkerbroeken werden van hennep gemaakt. Daarnaast worden er tegenwoordig tal van andere producten gemaakt van deze plant: het meest bekend zijn CBD-olie en isolatiemateriaal. 

De Cannabis sativa groeit goed in een gematigd klimaat, zoals in Nederland. Het heeft vijf keer minder water nodig dan de katoenplant en floreert prima zonder bestrijdingsmiddelen.  Je vraagt je misschien af: Als dit zo’n ideaal gewas is, waarom vind ik dan geen kleding van hennep in de winkels? Waarom zijn we ermee gestopt?

Ruim honderd jaar geleden, in 1912, werd in Den Haag het eerste internationale opiumconvenant ondertekend, waarin de strijd tegen drugs werd aangegaan. Hierin werd in eerste instantie alleen over cocaïne en heroïne gesproken, maar latere convenanten werden verder aangescherpt. Ik vermoed dat het algehele verbod op de teelt van Cannabis, dat in 1937 in de Verenigde Staten werd ingevoerd, het gevolg was van de lastige handhaving van de wetten die voortvloeiden uit het convenant. Later namen andere landen dit verbod over. Tegelijkertijd nam de handel in katoen en moderne kunstvezels de markt over.


Alleen tijdens de tweede wereldoorlog, toen de import van katoen en andere stoffen stokte, werd het verbod tijdelijk opgeheven zodat er soldatenkleding en tassen van gemaakt konden worden. De Amerikaanse boeren werden gestimuleerd om weer hennep te gaan telen met de slogan: Hemp for victory!


Pas sinds 1990 is het verbod op de teelt van vezelhennep opgeheven in de Europese unie. In Oost-Groningen wordt sinds 1994 weer vezelhennep geteeld. Veel kennis, ervaring en machinerie voor het verwerken van vezelhennep tot stof is met de tijd verdwenen. Moderne spinnerijen en weverijen zijn vooral ingericht op het verwerken van katoen en kunstvezels. Er worden nu nieuwe technieken ontwikkeld zodat de hennepvezel verwerkt kan worden door deze moderne machines. 


Daardoor zijn er nu ook weer mondjesmaat stoffen en kleding van hennep beschikbaar. Er is denim van hennep, maar ook stoffen voor blousen, jassen en t-shirts verkrijgbaar, zie onderstaande foto voor enkele stofstaaltjes. Dus wil je deze duurzame vezel helpen terugkeren, dan kun je in online kleding van hennep kopen. Of als je meer keuze wilt, dan kun je bij mij een kledingstuk op maat bestellen. Oftewel: Hemp is back, go for it!


Meer lezen? De henneprevolutie is ontketend, nu moet de kledingindustrie er nog aan.


7 juli 2019

Slow fashion season 
21 juni 2019 ging het Slow fashion season van start. Tot 21 september, het hele zomerseizoen dus, kopen 13.600 mensen geen nieuwe kleding. Kleding ruilen, tweedehands kopen en upcycling mag wel. 

De deelnemers willen hiermee een helder signaal afgeven aan de mode-industrie, dat er nu echt iets moet veranderen. We willen minder milieuschade, minder uitstoot van broeikasgassen en een beter loon en veilige werkomstandigheden voor de kleermakers wereldwijd. Daar sta ik achter, ik doe mee.

En daarmee heb ik dus de hele zomer vrij, zul je misschien denken. Als niemand meer nieuwe kleding bestelt, dan heb je als kleermaker niets te doen. Maar het kan ook anders.

Deze korte broek, zie foto, heb ik vorig zomerseizoen gemaakt uit een rok van het merk Josephine en Co. een prachtige donkerblauwe stof met krijtstreep. Met een beetje passen en meten kon ik er precies deze geklede korte broek van maken. Hij zit lekker en ik heb ‘m al veel gedragen. De bijpassende top heb ik bij onze goed bevoorrade tweedehands winkel in Sint Annaparochie gekocht. Kwalitatief goede kleding is tweedehands niet van nieuw te onderscheiden. De stof blijft mooi ook na vele keren dragen en wassen.

Upcycling, van oude kleding nieuwe maken, vind ik een toffe strategie.

Voor meer informatie over het Slow fashion season, zie: www.slowfashionseason.org 


19 mei 2019

Capsule garderobe
Enkele jaren geleden kwam ik voor het eerst, de uit Londen overgewaaide, capsule wardrobe tegen. Susie Faux bedacht het concept al in 1970 en zij runt nog steeds de kledingwinkel genaamd Wardrobe. 

Een capsule wardrobe of garderobe is een set kleding die goed te combineren valt. De capsule garderobe heeft nog meer voordelen. Je hebt niet veel kleding nodig en kunt er toch steeds weer anders en verzorgd uitzien. Omdat de kledingstukken tijdloos zijn, raakt je garderobe niet snel uit de mode. Vaak winkelen is daardoor niet meer nodig en dat is ook goed voor het milieu. Hieronder zal ik de belangrijkste kenmerken van een capsule garderobe beschrijven.

Het aantal kledingstukken in de capsule garderobe varieert van zes tot een dikke dertig, ondergoed, slaap- en sportkleding niet meegerekend. In een capsule garderobe zie je in verhouding het minst aantal jasjes of truien, iets meer kledingstukken voor het onderlijf, zoals broeken en rokken. Shirts komen het meest voor, want die worden het vaakst gewassen. De kleinst mogelijk capsule garderobe bestaat bijvoorbeeld uit één colbertje, een broek, een rok en drie shirts. Met deze set kun je al zes combinaties maken. Stel je voegt nog een trui, een broek en een shirt toe, dan leveren deze negen items al 24 combinaties op. 

Verder is het aantal kleuren in een capsule garderobe beperkt. Meestal zie je twee of drie basiskleuren en één of twee accentkleuren. De kleuren vormen een harmonieus geheel met de kleuren van het haar, de ogen en de huid. In de capsule garderobe die ik dit voorjaar gemaakt heb is gekozen voor donkerblauw, lichtblauw, gebroken wit en als accentkleuren olijfgroen en framboosrood. Deze vergrijsde tinten zorgen voor een mild contrast met het honingblonde haar en de blauwe ogen van het model. In de video hieronder wordt de kleding door haar geshowd.

Kleur en hoeveelheid zijn natuurlijk niet de enige pijlers voor een duurzame capsule garderobe. Ook model en pasvorm zijn van belang. De kleding moet goed passen en de mooie eigenschappen benadrukken. Het model uit de video heeft bijvoorbeeld een mooie slanke taille. De taille wordt geaccentueerd door de ceintuurtjes en de hoge tailleband van de tuinbroek. Het vest en het colbertje zijn juist kort gehouden. Tot slot is het belangrijk dat de kledingstukken van goede kwaliteit zijn, want ze worden vaak gedragen en gewassen. 

Als kleermaker vind ik het een uitdaging om naast het leveren van een mooi kledingstuk op maat, ook een duurzame garderobe te creëren. De uitgangspunten van een capsule garderobe komen daarbij goed van pas. 


6 maart 2019

Alleen favoriete kledingstukken
Kunstenares Ans Markus heeft eens in een interview over kleding en stijl gezegd: “Ik heb meer dan 2000 kledingstukken, maar ik heb bijna altijd hetzelfde aan.” Draag jij ook vaak hetzelfde en baal je als je favoriete kleding weer eens in de was zit? En heb je wellicht ook een stapel kleding die je (vrijwel) nooit draagt in je kast liggen?

Uit onderzoek van Maldini en Duncker (2017) blijkt dat de gemiddelde Nederlander minder kleding heeft dan Ans Markus, maar toch nog 173 items. Ruim een kwart van deze items was in het jaar voorafgaande aan het onderzoek niet gedragen. Ik was behoorlijk geschokt toen ik las dat kleding in Nederland gemiddeld maar vijf keer gedragen is voordat het weggegooid wordt. 

Dat het ook anders kan laten de twee Amerikaanse minimalisten zien in de documentaire Minimalism, te zien op Netflix. Joshua Fields Millburn toont zijn kleine garderobe en zegt hierover: “Ik heb alleen maar favoriete kledingstukken”. Alles wat hij aantrekt zit lekker, staat hem goed en draagt hij met plezier. Hij vertelt anderen dat je met minder spullen gelukkiger bent en bijdraagt aan het behoud van de aarde, doordat er zuinig met grondstoffen wordt omgesprongen en minder afvalstoffen ontstaan.
Nu zul je misschien denken: “Dat wil ik ook wel, alleen maar favoriete kleding in mijn kast, maar ik weet bij aanschaf nog niet zeker of dit een favoriet kledingstuk gaat zijn. Hoe doe je dat dan?” Als kleermaker kan ik je hier bij helpen. Ik kan je favoriete kledingstuk een tweede leven geven of dupliceren in een andere kleur of motief. Je weet immers al dat dit een favoriet is, maar meestal is het kledingstuk dan niet meer verkrijgbaar in de winkel.

Zo heb ik in het najaar van 2018 een favoriete jas van een klant een tweede leven gegeven. Zij droeg de jas al jaren en deze was behoorlijk versleten, maar ze wilde er eigenlijk nog geen afscheid van nemen. Ik heb de jas in grote lijnen nagemaakt, maar op details verbeterd. Een iets sprekender kleur en perfecte mouwlengte bijvoorbeeld. Meer foto's van de ribfluwelen jas vind je in mijn portfolio

Heb je ook een favoriete broek, jurk of jas, die je graag een tweede leven geeft, dan maak ik dit graag voor je. Ik kan je een aantrekkelijke korting bieden als je ook een plaatsje in mijn portfolio wilt innemen. Neem vrijblijvend contact met me op.



10 februari 2019:

Kleding van restpartijen stof
Fast fashion betekent dat er iedere week nieuwe mode in de winkels verkrijgbaar is. Met deze snelle veranderende mode is kleding daarom ook weer snel uit de mode en komt veel kleding en materialen onverkocht op de afvalberg terecht. De mode-industrie is mede hierom de tweede meest vervuilende industrie ter wereld. Wil je meer weten over de vervuilende kledingindustrie kan ik je de documentaire The true cost, te zien op Netflix, aanraden.

Gelukkig worden er vanuit de industrie restpartijen stof verkocht door diverse handelaren op de markt en in sommige winkels. Door deze stoffen te gebruiken in plaats van nieuwe, verminderen we de afvalberg een beetje. 

Op deze foto's zie je een op maat gemaakte tuinbroek gemaakt van een restpartij denim. De tuinbroek heeft een highwaisted taille en is onderdeel van een capsule garderobe voor het voorjaar. Het gestreepte t-shirt is gemaakt van een tweedehands jurkje.

20 januari 2019:
In onderstaande video vertel ik over de duurzame stof linnen. Hier heb ik een kinderjas van gemaakt.
Nieuwe alinea
Share by: